Als de arbeiders op Mariënburg aankomen worden ze gehuisvest in eenvoudige houten barakken. Iedere barak bestaat uit meerdere wooneenheden. Een wooneenheid bestaat uit één kamer en een soort veranda waarop gekookt kan worden.
De reis naar Suriname duurde veel langer dan ze verwacht hadden en ook het werk blijkt aanzienlijk zwaarder dan verwacht. Daarbij komt dat ondanks het feit dat ze zes dagen per week, zeven uur per dag werkten, het loon nauwelijks voldoende was om van te leven. De huisvesting in de houten barakken is weliswaar gratis, maar de prijzen voor voedsel zijn veel hoger dan op Java, En dan gaat de Nederlandsche Handel-Maatschappij ook nog eens de lonen verlagen en worden er boetes ingevoerd als de door de maatschappij vastgestelde minimum opbrengst niet gehaald wordt. De onvrede onder de contractarbeiders wordt steeds groter, wat uiteindelijk uitmondt in een opstand onder de contractarbeiders op 29 juli 1902
Het werk op de plantage is erg zwaar voor de contractarbeiders. Zeven uur per dag sjouwen in de zon terwijl je nauwlettend in de gaten wordt gehouden door de Nederlandse stafleden.